Veerpont en scheepswerf Cyriel De Smet

Wat?

Een openlucht tentoonstelling
van zondag 13 september (Open monumentendag) tot zondag 18 oktober 2020
in de voortuin van het Roger Raveelmuseum in Machelendorp

Waarover gaat die tentoonstelling?

Van de oudheid tot de middeleeuwen was de Leie de belangrijkste verkeersweg tussen en Gent en Kortrijk. De zogenaamde heirwegen of heirbanen, langs beide kanten van de Leie, waren gewoon een aaneenschakeling van de aarden verbindingswegen tussen de dorpen. Deze wegen waren onveilig en ontaardden bij regenval in een modderpoel. De landelijke overheid had in die tijd geen interesse en ook geen middelen om in wegen te investeren. De eerste ‘calsyde’ die de overheid zelf heeft aangelegd, de rechtlijnige steenweg tussen Kortrijk en Gent, is er pas gekomen in de nieuwe tijd, precies 300 jaar geleden, in 1720.
Vooruitstrevende steden daarentegen hadden oog voor de ontwikkeling van hun handelsactiviteiten en investeerden in waterwegen, de autostrades van die tijd. Schepen op de Leie. waren voorzien van een zeil en werden, bij afwezigheid van wind, getrokken vanop de trekweg door mankracht en later door paardenkracht.
De oversteek van een rivier gebeurde toen meestal met een veer, pont of overzet. In die tijd overstroomde de Leie in de winter- of regenperiode evenwel jaarlijks. Vandaar dat een veer of brug zich bevond op een plaats waar het overstromingsgebied, of de winterbedding, zo smal mogelijk was. In de middeleeuwen was er tussen Gent en Kortrijk overigens maar één brug over de Leie, te Deinze, en voor het eerst vermeld in 1187. Op andere plaatsen was de verbinding met de overkant van de Leie dus alleen mogelijk met een veer.
Op het kruispunt tussen de Leie met de aloude Pontstraat op Gottem en deze op Machelen ligt het ’t Goed te Verdeghem. Dit goed wordt voor het eerst schriftelijk vermeld in het jaar 941. Zoals de naam ook laat vermoeden was op dat punt een veer of overzet tussen Machelen en Gottem. In de middeleeuwen werd het veer bediend vanuit ’t Goed te Verdeghem. Vanaf 1712 was dat vanuit de herberg ‘Den Overzet’ op Gottem door de familie Vanden Borre.
Een rechtstreekse afstammeling van deze familie, Cyriel De Smet, was de laatste veerman. In de eerste helft van de 20ste eeuw breide hij de kleine werf van zijn vader uit tot een ambachtelijke scheepswerf voor zeil- en motorjachten. Zijn gedegen vakmanschap zorgde al vrij vlug voor bekendheid in middens van de zeil- en motorjacht. Zelfs de gebroeders Adolf en Jozef De Coene, van de ‘Kunstwerkstede De Coene’ uit Kortrijk lieten een oude tjalk ombouwen tot de ‘Waterhoen’. Op de legendarische rondvaart op de Leie op 1 juni 1931, met koningin Elisabeth, Albert Saverijs, Stijn Streuvels en veel anderen, was Cyriel De Smet dan ook stuurman van dienst.
Een van zijn zeiljachten, de Anemone, werd in 2017 opgenomen in de inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid als vastgesteld varend erfgoed.

Praktische informatie

De tentoonstelling, uitgebeeld op 9 panelen (van 3 op 2 meter) is vrij toegankelijk.

Hou de covid-maatregelen in acht!

Een prachtig geïllustreerd boek (230 pagina’s) met foto’s en kaarten ligt ter inzage en is verkrijgbaar
– op Openmonumentendag, 13 september 2020, in de Guldepoort. Hier gaat een doorlopend een video-montage door.
– 
op andere dagen: bij Luc Levrau, Machelendorp 5, 9870 Machelen